'Zanna' is Italiaans voor slagtand.

Dat klinkt als het Duitse woord zahn (tand).

'Dente' is een (gewone) tand. Italianen koken hun pasta 'al dente', met nog wat stevigheid erin, om nog op te kunnen kauwen, letterlijk aan de tand

'Azzannare' betekent bijten, maar op een agressieve manier. In een broodje bijten is 'addentare'. 

'Mettere qualcosa sotto i denti' = iets eten

'Dentista' = tandarts (uiteraard!)